Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet havenstaatcontrole

 

Artikel 7
1
Een ambtenaar van de divisie Scheepvaart houdt een schip aan:
a
indien wordt voldaan aan een of meer van de criteria die ingevolge bijlage VI van de richtlijn tot de aanhouding van een schip kunnen leiden;
b
indien het door het in artikel 1, onderdeel b, onder 5°, genoemde verdrag voor het schip voorgeschreven geldige veiligheidsmanagementcertificaat (safety management certificate) of het ingevolge dat verdrag voorgeschreven afschrift van het geldige conformiteitsdocument (document of compliance) voor de bedrijfsvoering van de organisatie, aan boord van het schip ontbreekt;
c
indien de kapitein of de bemanning niet voldoet aan operationele voorschriften, bedoeld in een of meer van de verdragen;
d
indien andere tekortkomingen dan bedoeld onder a zijn geconstateerd die afzonderlijk of gezamenlijk maken dat uitvaren gevaarlijk is voor de veiligheid of de gezondheid dan wel schadelijk is voor het mariene milieu; of
e
indien de ambtenaar wordt belemmerd in de uitoefening van zijn taak.
2
In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, zijn voor de aanhouding van een vissersvaartuig niet van toepassing de bij ministeriële regeling aan te geven onderdelen van bijlage VI van de richtlijn, die ingevolge de verdragen niet op vissersvaartuigen kunnen worden toegepast.
3
Het eerste lid, onder b en c, is niet van toepassing op de aanhouding van vissersvaartuigen, met dien verstande dat onbekendheid met operationele voorschriften als bedoeld onder c een aanhoudingsgrond voor vissersvaartuigen kan vormen, voorzover de verdragen dat toestaan.
4
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op een schip als bedoeld in artikel 4.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •